Een week later en mijn koffer staat nog steeds in de hoek van de kamer en geduldig wachtend totdat ik het eindelijk ging opruimen. Dit is niet zomaar een koffer, nee, dit is mijn Mary Poppins-koffer, altijd volgestouwd met alles wat je nodig hebt om een training een speelse vibe te geven. Denk aan glitter, ballonnen, en misschien zelfs een opblaasbare iets. Zo’n koffer die je denkt snel uit te pakken, maar die je toch telkens een beetje angstig aankijkt wanneer je erlangs loopt.
Waarom? Nou, laten we zeggen dat mijn laatste training niet helemaal volgens plan verliep. Voor me stond een groep eerstejaars studenten die me aankeken alsof ik net had aangekondigd dat koffie verboden was op school. Ze deden braaf mee, dat geef ik ze, maar het plezier? De vonk? Die was er niet.
Geen verbinding, geen magie.
Dus, wat deed ik? Ik deed wat ik altijd doe in zo’n situatie: ik gooide er nog een schepje bovenop. Goed plan Margo. Nog meer spelletjes, nog grotere gebaren, en voor ik het wist, stond ik voor de klas als een clown op een kinderfeestje, compleet met onzichtbare confetti en een denkbeeldige rode neus. Maar in plaats van lachende gezichten en betrokken studenten, kreeg ik een vraag die me recht in mijn hart raakte: “Wanneer weten we het rooster?”
Ouch. Niet echt waar ik het over wilde hebben. Roosters? Really? Wie maakt zich daar nou druk om? Nou, zij dus. Want deze studenten stonden nog met één been in het werkend systeem en hadden totaal geen idee waarom ik daar met mijn speel-doosje stond.
In ons onderwijssysteem ligt de focus nog te vaak op resultaten en toetsen, waardoor studenten vooral willen weten wat er van hen verwacht wordt. Ze komen uit een systeem dat draait om presteren en afvinken, en het idee van spelen en het omarmen van het leerproces zit er bij de meesten simpelweg niet in.
Daarom is het zo’n uitdaging om studenten te laten meedoen met een speelse, procesgerichte aanpak. Ze zijn gewend aan duidelijke richtlijnen en willen vooral weten hoe ze kunnen slagen. Hoewel het tegen de stroom in gaat, is het cruciaal om vanaf het begin die speelse mindset aan te leren. In een wereld zonder duidelijke aanwijzingen is het vinden van je eigen plezier, kritische blik en stem juist het allerbelangrijkste om je weg te vinden.
Rond de middag begon ik sterretjes te zien.
Niet omdat mijn clown-act zo goed was, maar omdat ik me besefte dat ik in een oude valkuil was getrapt: je kunt speelsheid niet opleggen. Punt. Je kunt wel leuke werkvormen en spelletjes aanbieden, maar als je niet oppast, ben je gewoon de clown in een kostuum, zonder dat iemand echt lacht.
Speelsheid kun je niet afdwingen; het komt pas echt tot leven als er vertrouwen en veiligheid zijn.
We weten allemaal dat spelen goed is voor verbinding en beweging, en dat het een krachtig leermiddel kan zijn. Dus gooien we er een energizer in, of kleden we het leuk aan. Maar eerlijk is eerlijk, het gaat niet om die werkvormen of trucjes. Het draait om ons, de docenten. Hoe speels staan wij voor de groep? Is de setting uitnodigend of toch die standaard collegezaal? Doen je collega’s mee, of blijven ze netjes zitten? En passen we ons aanbod aan, of houden we krampachtig vast aan het programma? Het gaat erom hoe we verbinding maken, op een manier die past bij wie we zijn en wat de ander nodig heeft.
Dus wat deed ik?
Ik nam even een stapje terug. In plaats van de studenten te pushen om mee te doen aan ons speelfestijn, liet ik ze gewoon hun eigen ding doen. We hadden een soort festival georganiseerd, vol werkvormen en spelletjes, en deze keer besloot ik de toeschouwer te zijn in plaats van de circusdirecteur. De studenten konden vrij rondlopen, zelf kiezen wat ze wilden doen en hun tijd lekker op hun eigen manier invullen. Dus ook hun eigen eind tijd.
En toen gebeurde het. Langzaam maar zeker zag ik het gebeuren: connectie, plezier, en echte betrokkenheid. Niet omdat ik het oplegde, maar omdat zij het zelf ontdekten.
De les? ( sorry ik blijf een docent) Speelsheid is iets dat je kunt uitnodigen, maar nooit kunt afdwingen.
En soms, als je even stopt met proberen om de clown te zijn, ontstaat de magie vanzelf.
Dus ja, mijn koffer staat nog, moet nog uitgepakt worden. Misschien neem ik hem de volgende keer niet mee. Want de echte speelsheid zit niet in de spullen die je meebrengt, maar in de ruimte die je geeft om het te laten ontstaan.